Een luchtfilter is een filter dat ervoor zorgt dat lucht wordt gezuiverd van ongewenste stoffen. Deze stoffen kunnen geuren, pollen, schimmels, bacteriën of eenvoudigweg stofdeeltjes zijn die kunnen leiden tot een verontreinigd binnenklimaat. Voor elk soort stof dat we uit de lucht kunnen filteren, bestaat een specifiek filter.

Wat zijn luchtfilters?

Nederland is verstedelijkt, dichtbevolkt en omringd door de vele snel- en spoorwegen. Niet bepaald bevorderlijk voor de kwaliteit van de buitenlucht. Luchtfilters filteren de schadelijke deeltjes en gassen uit de buitenlucht. Daarbij dragen de filters bij aan een langere levensduur van ventilatiesystemen en wordt onnodig energieverlies door vervuiling aan de warmtewisselaars en ventilatoren voorkomen. Luchtfilters zijn dus noodzakelijk voor gezonde binnenlucht!

Luchtfilters bieden bijvoorbeeld bescherming tegen fijnstof. De Nederlandse bevolking wordt zich steeds bewuster van het belang van schone lucht. Infecties aan de luchtwegen en andere luchtaandoeningen krijgen steeds meer aandacht in de media waarmee het belang van de juiste keuze van het luchtfilter heel belangrijk is geworden. Iedereen werkt graag in een veilige omgeving, schone lucht is daar een belangrijk onderdeel van.

Welke soorten luchtfilters zijn er?

Er bestaan drie verschillende soorten luchtfilters:

Het stoffilter

Een stoffilter wordt ingezet voor het opvangen van stofdeeltjes met een minimum grootte van 0,3 micron (een duizendste van een millimeter). Daarbij kan er gekozen worden voor een stoffilter in een grove of fijne variant. Voorbeelden zijn: paneelfilterscompactfilters en zakkenfilters.

(H)EPA-filters

Een veelvoorkomende filter is de (H)EPA filter. (H)EPA staat voor (High) Efficiency Particulate Air filters. Een andere benaming is Absoluut filters. Deze filters worden gebruikt voor het opvangen van de zwevende deeltjes in de lucht tot een grootte van 0,3 micron. (H)EPA-filters worden vaak ingezet in operatiekamers en cleanrooms. 

Moleculaire filters

Deze filters verwijderen moleculaire verontreinigingen uit de lucht. Dit zijn bijvoorbeeld schadelijke gassen als NOx (stikstofoxiden) en NH3 (ammoniak) en bak- en rioolgeuren. 

Normen

Filters worden getest volgens de internationale standaarden en kunnen onderling vergeleken worden op basis van hun eigenschappen. De meeste filters worden getest volgens de mondiale norm ISO 16890. Deze norm heeft in 2017 de Europese norm EN779:2015 vervangen. Afhankelijk van de efficiency worden (fijn)stoffilters volgens de norm ISO 16890 ingedeeld in een bepaalde filterklasse.

Filterklassen

Deze filterklassen zijn onder te verdelen in vier hoofdgroepen: ISO ePM1, ISO ePM2,5, ISO ePM10 en ISO Coarse. Binnen de hoofdgroepen is er een onderverdeling naar het percentage dat door een filter opgevangen wordt. Om binnen een groep ingedeeld te worden moet een filter minimaal 50% van de deeltjes opvangen.

Dankzij de norm ISO 16890 is het inzichtelijker geworden welke filterklasse het meest geschikt is voor bepaalde omstandigheden. De benamingen PM10, PM2,5 en PM1 komen overeen met fijnstof waarden die mondiaal gemeten worden door overheden. Ook de Wereldgezondheid Organisatie (WHO) hanteert deze benamingen.

Nieuwe klasse-aanduiding

Het is helaas niet mogelijk om de oude klasse-aanduidingen (EN779:2012) door te vertalen naar de nieuwe klasse aanduidingen (ISO 16890). Het verschil in testmethodes is namelijk te groot. De testresultaten zijn onder andere afhankelijk van het type filter en het soort filterdoek. Informeer bij de luchtfilter specialist aan welke filterklasse jouw luchtfilters voldoen. 

Adviesrichtlijn

Om te kunnen bepalen wat nu precies de juiste luchtfilter is, zijn we als professionals niet meer geheel afhankelijk van de experts in de markt. Normen als de NEN EN 16798-3 en de richtlijn ‘Luchtfilters voor Luchtbehandelingssystemen‘ geven advies over welk luchtfilter het beste geïnstalleerd kan worden.

Eurovent

Ook heeft Eurovent adviesrichtlijnen (REC 4/23-2018) opgesteld. Deze richtlijnen adviseren de minimaal benodigde filterklassen voor het creëren van gezonde binnenlucht in specifieke omstandigheden. Hierbij wordt gekeken naar de mate van de vervuilde buitenlucht op locatie en naar het gebruik en bezetting van het gebouw waarvoor de lucht gefilterd moet worden. Drempelwaarden hierbij zijn de strenge richtlijnen voor gezonde lucht zoals de WHO deze hanteert.

Buitenlucht kwaliteit (outdoor air quality) Classificatie toevoerlucht (supply air class)
PM waardes (μg/m3) SUP1 (hoogste)
PM2,5 ≤2,5
PM10 ≤5
SUP2
PM2,5 ≤5
PM10 ≤10
SUP3
PM2,5 ≤7,5
PM10 ≤20
SUP4
PM2,5 ≤10
PM10 ≤20
SUP5 (laagste)
PM2,5 ≤15
PM10 ≤30
Minimale aanbevolen filterklasse (ISO 16890)
ISO ePM1 ISO ePM1 ISO ePM2,5 ISO ePM10 ISO ePM10
ODA 1 70% 50% 50% 50% 50%
ODA 2 80% 70% 70% 80% 50%
ODA 3 90% 80% 80% 90% 80%

ODA 1: (PM2.5 ≤ 10 μg/m3 en PM10 ≤ 20 μg/m3)
verwijst naar buitenlucht die slechts tijdelijk vervuild is.

ODA 2: (PM2.5 ≤ 15 μg/m3 en PM10 ≤ 30 μg/m3)
verwijst naar buitenlucht met hoge concentraties fijnstof.

ODA 3: (PM2.5 >15 μg/m3 en PM10> 30 μg/m3)
verwijst
naar buitenlucht met zeer hoge concentraties fijnstof.

Klasse Omschrijving Voorbeelden

SUP 1
(PM2,5≤10μg/m3 & PM10≤5μg/m3)

Industriële toepassingen met de vraag voor hoge hygiënische eisen:
  • Ziekenhuizen
  • Farmaceutische industrie
  • Elektronica

SUP 2
 (PM2,5≤5μg/m3 & PM10≤10μg/m3)

Kamers met een permanente bezetting:
  • Kinderopvang
  • Scholen
  • Kantoren
  • Hotels
  • Woningen
  • Conferentiezalen
  • Vergaderzalen
  • Beurshallen
  • Bioscopen
SUP 3
(PM2,5≤7,5μg/m3 & PM10≤15μg/m3)
Kamers met een tijdelijke bezetting:
  • Bergingen
  • Winkelcentra
  • Wasruimtes
  • Kopieerkamers
  • Serverruimtes

SUP 4
(PM2,5≤10μg/m3 & PM10≤20μg/m3)

Kamers met een korte bezetting:
  • Toiletten
  • Opslag ruimtes
  • Trappenhuizen
SUP 5
(PM2,5≤15μg/m3 & PM10≤30μg/m3)
Kamers zonder bezetting:
  • Productiegebieden met zware industrie zoals staalfabrieken,
    smelters en gieterijen.

RIVM

Het RIVM heeft een systeem ontwikkeld dat aangeeft in hoeverre de luchtkwaliteit op een bepaald moment van de dag van invloed is op de gezondheid. Deze informatie biedt de mogelijkheid om de blootstelling aan luchtverontreiniging zo veel mogelijk te beperken. Benieuwd naar de luchtbevuiling in een bepaald gebied? Raadpleeg de Luchtkwaliteitsindex

Onderhoud

De systemen (inclusief de luchtfilters) moeten zo zijn ontworpen en geïnstalleerd dat zij maandelijks kunnen worden gecontroleerd en onderhouden. De inspectie moet worden uitgevoerd door een professional om een optimale werking te kunnen garanderen.

  • Bij visuele lekken en beschadigingen.
  • Bij doorweken van het luchtfilter.
  • Na bouw of verbouwing van de installatie.
  • Bij het bereiken van de aangegeven eindweerstand (eindweerstand aangegeven door LBK-fabrikant of systeemleverancier).
  • Luchtfilterwissel moet bij voorkeur na het pollenseizoen in de herfst plaatsvinden en/of na het stookseizoen in het voorjaar.
  • Reserverfilters droog en schoon in de originele verpakking opslaan.
  • Tijdens het wisselen van de luchtfilters beschermende kleding dragen, denk aan een mondkapje en handschoenen.
  • De vuile luchtfilters zorgvuldig inpakken om het ontsnappen van verontreinigingen tegen te gaan.
  • Het nieuwe luchtfilter installeren volgens de voorschriften van de filterfabrikant om beschadigingen, zoals ingeklemde zakken te voorkomen.
  • De nul-waarde van de verschildrukmanometer en de bedrijfs-uren teller controleren.
  • Noteer voor elke luchtfiltersectie op een servicekaart de datum van de filterwissel, de weerstand van de nieuwe filters, de volgende filterwissel en de naam van de uitvoerder.
  • Afvoer van het vuile luchtfilter (buitenlucht en recirculatie) kan als industrieel afval plaatsvinden.

Filters die schadelijke stoffen hebben opgevangen, moeten als chemisch afval worden afgevoerd. Leef altijd de milieuregels na.

Experts in luchtfilters